Wat doet ruimte met het leren?
“Why do schools look the way they do? Why is there a chasm between widely acknowledged best practice principles and the actual design of a majority of school facilities? Why has the disconnect between learning research and learning places been so difficult to repair?”
Volgens de Amerikaanse architecten Nair en Fielding heeft de fysieke ruimte een onmiskenbare invloed op de psyche en daarmee op het leren. Maar in veel onderwijsgebouwen ontbreekt een passende ruimtelijke vormgeving die de verschillende aspecten van het leren voldoende ondersteunt of tot hun recht laten komen.
Volgens Nair en Fielding is er een taal (grafisch vocabulair) voor het ontwerp van onderwijsruimtes nodig; de zogenaamde language of school design. Het resultaat van hun opvattingen en ideeën is het boek: The Language of School Design: Design Patterns for 21st Century Schools
De Patterns Language Method onderscheidt (vooraleerst) 25 verschillende ontwerppatronen. Een aantal daarvan zijn de volgende:
De “cave space“: een ruimte voor studenten om te studeren, te reflecteren en rustig te lezen (“…the problem with libraries is that they are mostly set up according to an adult’s view of what a quiet place should be. The very rules that keep a library quiet sometimes make it oppressive for students.”);
de “watering hole space”: een ruimte waar studenten met elkaar leren en ook socialiseren (“Most traditional schools actually discourage social interaction in school as a “distraction” and out of fear that when students socialize, they threaten the adult goal of discipline and compliance with adult rules.“);
de “campfire space“: de ruimte waar studenten leren van experts en vooral ‘storytellers’ ().
Tash Lee (Learning Researcher van Futurelab) vraagt zich af of deze “common language for use between school leaders, students, architects and builders” niet te veel ruimte laat voor interpretatieverschillen. En of beoogde gebruikers zich de taal ook snel (genoeg) eigen weten te maken.
Hoe het ook zij, ik mis in bouwtekeningen en 3D-impressies van schoolgebouwen toch vaak een grafische taal die zich laat gebruiken voor het symboliseren van onderscheiden leeractiviteiten. Een poging als deze van Nair en Fielding is alleen daarom al de moeite waard.