Digitale identiteit ontwikkelen en onderhouden
“Internet is geen wereld op zichzelf, maar een vergrootglas”
(Rathenau Instituut)
Internet users are becoming more aware of their digital footprint; 47% have searched for information about themselves online, up from just 22% five years ago. However, few monitor their online presence with great regularity. Just 3% of self-searchers report that they make a regular habit of it and 74% have checked up on their digital footprints only once or twice.
Dit onderzoek van PEW naar de bewuste omgang met de sporen (‘digital footprints’) die we achterlaten op internet, laat zien dat we er meer en meer oog voor hebben.
De digitale identiteit staat voor dat deel van onze identiteit dat zich op internet begeeft, inclusief normen en waarden, gedrag en levensbeschouwing. (Freek Zwanenberg)
De jeugd in Nederland is zich dit schijnbaar nog weinig bewust. Veel jongeren beseffen niet dat deze sporen door anderen kunnen worden nagetrokken, bijvoorbeeld bij een sollicitatie. Footprints worden dan bijna ‘digital tattoos’ die niet meer te verwijderen zijn.
Bij jonge internetgebruikers, van negen tot twaalf jaar, is de kans klein dat ze eerlijk zijn over hun identitieit. Bijna driekwart liegt erop los. Onder dertien- en veertienjarigen is dat meer dan de helft, bij vijftien- tot achttienjarigen bijna eenderde. (Elsevier 2006)
Kinderen behoeven naast bescherming kennelijk ook opvoeding als het gaat om de wijze waarop ze, op internet, omgaan met elkaar, met de ‘waarheid’ en met normen en waarden. Helaas laten ouders en scholen het in dat verband massaal afweten. Internet als naslagwerk kan zonder enige bassale kennis over zaken als copyright geplunderd worden voor menig werkstuk.
Internetgebruikers zijn ‘netizens’ (burgers van de internetwereld) die opereren volgens regels van netiquette die zij zichzelf opleggen. In de daarop aansluitende systemen van zelfregulatie wordt op eigen initiatief de toegang tot bepaalde onderdelen van het internet beperkt door het aanbrengen van filters. De primaire verantwoordelijkheid voor de bescherming van kinderen die gebruik maken van het internet ligt bij de ouders. (Albert Benschop – Sociosite)
Internet als ontmoetingsplek biedt nog onvoldoende vormen van ‘sociale’ zelfregulatie om kinderen zonder voorlichting en instructie het internet te laten afstruinen. Weten we als ouders wel voldoende van wat onze kinderen bezighoudt en hen drijft tot het zich aanmeten van een ‘tweede’, digitale identiteit?
9% van de leerlingen zoekt liever zijn vrienden/vriendinnetjes via het Internet. Bij deze leerlingen speelt het sociale leven zich vooral af op het Internet. Dit kunnen leerlingen zijn die in het ‘echte’ leven geen leuk, sociaal, leven hebben. Weinig vriendjes, worden veel gepest, geen aansluiting met leeftijdsgenoten, erg verlegen, voelt zich niet prettig in de ‘echte’ wereld enz. Zij kiezen ervoor om een sociaal leven op te bouwen op het internet. Daar speelt uiterlijk, leeftijd, je identiteit een veel kleinere rol. Via profielsites kun je zelfs je eigen identiteit aanmeten. (Gedrag & Identiteit – Onderwijsvragen.nl)