AI en intelligentie

‘AI Act als bodem, ethiek als plafond’ | AlgoSoc

                April 09, 2024

4 Typen intelligentie

Wat AI precies is, daarover is niemand het eens, stelt Van Dijck. Dat geeft veel ruimte voor interpretatie. Zelf geeft ze definitie: AI is de mogelijkheid van een machine om mensachtige vaardigheden te vertonen, zoals redeneren, leren, plannen en creativiteit. AI maakt het voor technische systemen mogelijk in hun omgeving waar te nemen, om te gaan met deze waarnemingen en problemen op te lossen om een specifiek doel te bereiken. “We spreken over AI alsof het gaat om één type intelligentie, maar ik onderscheid vier typen intelligentie: menselijke, institutionele, artificiële (technologische) en maatschappelijke intelligente. We hebben alle vier de vormen nodig om risico’s van AI te herkennen en te beteugelen.” Het eerste type bestaat uit de menselijke vaardigheden. De paradox is volgens Van Dijck dat hoe meer je werkt met machines, hoe meer menselijke intelligentie je nodig hebt. Institutionele intelligentie gaat over de collectieve intelligentie binnen een specifieke omgeving. Het is volgens Van Dijck heel belangrijk. “Je kan bijvoorbeeld ChatGPT inzetten voor een essay voor de universiteit, of om een brief richting burgers te schrijven vanuit de gemeente. Dat zijn twee hele andere contexten, instituties. Artificiële of technologische intelligentie gaat om digitale systemen die menselijke taken supersnel en op grote schaal kunnen uitvoeren. Maatschappelijke intelligentie gaat om de samenleving als sociaal systeem, gebouwd op een stelsel van normen, waarden, wetten en kaders. “De AI Act is een voorbeeld van supranationaal kader scheppen. Het vereist teruggaan naar de maatschappelijke basis, om de wet weer verder aan te scherpen. Die iteratieve processen, daarvoor zitten we hier vandaag.”

One Response to “AI en intelligentie”

  1. Wilfred Rubens Says:

    Ga jij je blog weer nieuw leven inblazen, Paulo? Ik ben wel benieuwd naar de bron van deze uitspraken.

Leave a Reply