Leiderschap, arbeidstevredenheid en onderwijseffectiviteit
In scholen waar sterk integraal leiderschap wordt getoond, zo wijst het onderzoek uit, werken leraren onderling meer samen bij het realiseren van hun doelen. Dit doen ze ook bij het lesgeven en bij het vormgeven van de professionele ontwikkeling. De relaties tussen leraren en leerlingen blijken ook vaak beter te zijn.
Deze constatering kom ik vandaag tegen in de nota “Werken in het onderwijs” van OC&W. De uitspraak wordt gedaan op basis van het TALIS-onderzoek van de OESO. Dit onderzoek is een internationaal vergelijkend onderzoek onder leerkrachten en de eerste in zijn soort. Het OESO-onderzoek richt zich op het creëren van effectieve onderwijs- en leeromgevingen.
Helaas bevat het TALIS-onderzoek “geen specifieke noties over de situatie in Nederland”. In het midden blijft hier waarom niet. Nou, dat is eenvoudig uit te leggen. Nederland heeft wel meegedaan aan het onderzoek maar de datasets die werden aangeleverd voldeden niet aan de specificaties en konden dus niet worden verwerkt. Dat is dus erg jammer.
Desondanks worden een aantal belangrijke conclusies uit het vergelijkend onderzoek meegenomen in de nota van OC&W. Gelet op de formulering heb ik de indruk dat de Nederlandse onderzoeksdata daar ook voor geraadpleegd zijn.
- Met de stelling ‘De meest effectieve leraren krijgen de grootste beloning (in geld of anderszins)’ was slechts 8 procent van de Nederlandse leraren het (zeer) eens, tegenover 26 procent gemiddeld.
- Het aandeel leraren dat aangaf recentelijk een gemiddelde of grote salarisbijstelling te hebben gekregen, was in Nederland met 5,5 procent lager dan gemiddeld (9 procent).
- Ook was het aandeel leraren dat recentelijk een gemiddelde of grote loopbaanstap had gemaakt, in Nederland met 7 procent aanzienlijk lager dan gemiddeld (16 procent).
Ten aanzien van de eerste stelling blijft even in het midden wat bepaalt of een leraar effectief is. Maar een effectief leraar zijn is mij dunkt niet makkelijk in tijden waarin docenten gevraagd wordt om evidence-based praktijken te hanteren en doelmatigheidsbesef aan de dag te leggen.
Effectief leiderschap is, als je Fullan wilt geloven, evenmin eenvoudig. Daar komt volgens Fullan onder andere bij kijken dat je als leider in staat bent om mensen te enthousiasmeren, handelingsruimte te geven en er een goede relatie mee op te bouwen. En alleen maar Ja-knikkers om je heen verzamelen werkt op de lange termijn alleen maar negatief.
Dat gezegd hebbende is het ook niet plezierig om te moeten constateren dat de arbeidstevredenheid van MBO-docenten het laagst is vergeleken met de overige onderwijssectoren en dat er in alle sectoren sprake is van onvrede over de eigen organisatie (vergeleken met de marktsector).
Een positief punt is er ook nog:
Onderwijspersoneel is bijzonder tevreden over de werkinhoud en over de relatie met collega’s. De tevredenheid op deze punten is in alle onderwijssectoren hoger dan in de marktsector.
De overheid spreekt in de nota verder de verwachting uit dat de onderwijswerkgevers “de mogelijkheden die de versterking van de functiemix biedt voor personeelsbeleid werkelijk optimaal gaan benutten.” Daarvoor is volgens de tekst van de nota nog wel een forse cultuuromslag nodig bij schoolleiders en onderwijsbestuurders.
december 30th, 2009 at 12:09
[…] Een belangrijk onderzoek dus waarin helaas de antwoorden van Nederlandse respondenten ontbreken. Het aantal respondenten (minder dan 50!!) uit Nederlands was volgens de onderzoekers te laag om representatief geacht te mogen worden. Dat is nu het tweede grootschalige Europese onderzoek onder docenten waarin Nederland schittert door afwezigheid (zie mijn eerdere bericht over het TALIS-onderzoek). Dat vind ik persoonlijk enigszins teleurstellend. De vraag is wie (het ministerie?) daar iets aan zou kunnen of moeten doen. […]