In een bericht van 27 mei (Kennis: expert of massa?) reageert Wilfred op een bericht van Polle de Maagt (Wisdom of Crowds en/of The Law of the Few?) waarin deze verschillende vormen van expertise als concepten tegenover elkaar plaatst.
“wat is de waarde van de mening van de massa en wat is de waarde van de mening van experts?
Waarom niet de vraag: “Voor wie is deze mening van waarde?” Het gaat uiteindelijk, zo is mijn indruk, om meningen en niet om wetenschappelijk kennis of feiten. En meningen hebben pas waarde (voor een ander) nadat ze geuit zijn en voor een ander ook iets betekenen.
Naast elkaar plaatsen: oké; tegenover elkaar: waarom nu toch weer? Het gaat mij in dit soort berichten altijd net even te ver om varianten zo tegen elkaar af te zetten als zouden het concurrererende concepten zijn. Doet me denken aan de recente ‘ophef’ over het boek van Keen en alle discussies over de waarde van Wikipedia. Je bent het wel of je bent het niet; je hebt wat te vertellen of niet.
Er zijn, zo een rapport van de WRR, verschillende soorten kennis en verschillende soorten expertise. In het rapport Van oude en nieuwe kennis De gevolgen van ict voor het kennisbeleid (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid; 2002) wordt hier op een zeer leesbare manier nader op ingegaan. Vooral hoofdstuk twee (“Veranderingen in het kennisbegrip“) is interessant omdat er transparant wordt ingegaan op het ‘ontstaan’ van nieuwe vormen van kennis en over de controverses over expertise die dit tot gevolg heeft:
De geprivilegieerde status van de expert heeft niet alleen zijn oorsprong in diens cognitieve voorsprong ten opzichte van de non-expert. Een belangrijk kenmerk van de expert is zijn onafhankelijkheid. Een expert wordt verondersteld in hoge mate belangeloos en objectief te zijn.
Het onderscheid tussen expertise die zonder problemen wordt geaccepteerd en expertise die ter discussie wordt gesteld, is echter niet stabiel. Er loopt eerder een continuüm van gevestigde en oncontroversiële wetenschappelijke kennis naar kennis die wel in het publieke domein ter discussie wordt gesteld. Hierbij ligt de plaats van een bepaalde expertise op dit continuüm niet vast. (…) Geen enkele vorm van kennis kan definitief aan één van de twee polen geplaatst worden.
Een artikel met een interessante benadering van expertise (“Over concepten die marginaliseren en uitsluiten“) en discussie en inspraak in het publieke domein is van Martijn Duineveld en Raoul Beunen.
In planning en ontwerp zullen altijd
keuzes gemaakt moeten worden, daarover geen twijfel. We mogen echter niet vergeten dat alle keuzes politieke keuzes zijn en nimmer te objectiveren. Verschillende kennis kan daarbij een rol spelen en niet alle kennis kan even belangrijk zijn. Maar als we vinden dat burgers meer betrokken moeten worden bij besluitvorming, moeten we ook accepteren dat hun kennis en waarden een grotere rol gaan spelen. Daarvoor zullen we moeten accepteren dat kennis niet in dualistische categorieën (feiten vs. waarden, objectief vs. subjectief) is op te delen. Er zijn er ontelbaar meer mogelijk, en ook deze indelingen bepalen we zelf.
De tekst vind je in een themanummer van het tijdschrift TOPOS. Jongens uit een geheel andere discipline maar met een goed verhaal. Zet die gedachtegang maar eens in lijn met de reactie van Verbiest op het rapport van de commissie Dijsselbloem:
Externe sturing leidt tot de-professionalisering van docenten.
Objectieve en belangenloze experts zouden dus niet moeten/mogen marginaliseren op een dergelijke wijze dat dit leidt tot de-professionalisering van een complete beroepsgroep. Toch? Maar zo werkt het blijkbaar niet. Quis custodiet ipsos custodiet? En wie is hier dan de opper-‘expert’? Of wie heeft het gewoonweg voor het zeggen?
Wat te zeggen van deze opvatting van Etienne Wenger Onderwijsinnovatie van december 2007) over expertise in het artikel ‘Leren is: worden wie je bent’:
Als het principe van co-creatie in het onderwijs zou worden toegepast, hoe zou dat er dan uitzien?
Wenger: ‘Het betekent dat een docent er niet zonder meer van uit kan gaan dat zijn kennis vanzelf bij studenten komt binnenvallen. Op een of andere wijze moet hij een ontmoeting creëren tussen zijn eigen expertise en die van zijn publiek. Dat houdt in dat een docent zijn studenten moet beschouwen als experts op een bepaald domein. Hij zou ze op z’n minst moeten beschouwen als aankomende of beginnende leden van een beroepsgemeenschap. Een andere mogelijkheid:beschouw ze als experts in het managen van hun eigen leven en daag ze uit om betekenis te vinden in datgene wat je doceert. Wat is de praktische relevantie voor hun eigen leven? Zo krijg je een zinvol leerproces’.
Moeilijk voor de professional, c.q. docent, dus co-creatie komt maar moeizaam of helemaal niet van de grond, zoals ik al eerder berichtte.
Ook ik onderschrijf de conclusie van Polle: het is een EN … EN verhaal. En dan geef ik graag de voorkeur aan het creëren van ontmoetintgen in plaats van confrontaties.
Achter sommige theorieën, methoden en concepten die tot doel hebben de kennis en waarden van burgers te betrekken bij het ruimtelijk beleid gaan waarschijnlijk de beste bedoelingen schuil. Maar in plaats dat ze ervoor zorgen dat burgers meer kunnen worden betrokken, marginaliseren deze concepten ze bij voorbaat. (Duineveld en Beunen)
Wilfreds aanvulling m.b.t. de voorwaarden voor Wisdom of Crowds is aardig maar hij vergeet een aantal zaken die hij recentelijk nog op de managementsite heeft opgepikt. Hoe zit het met fenomenen als ‘groupthink‘ en ‘risky shift‘? Ik kom ze praktisch om de hoek tegen bij onderwijsteams die CGO implementeren. Teams zijn geen crowds, dat is waar. Maar ook op grotere schaal lijken ze werkzaam als valkuilen als je kijkt naar landelijke discussies over bijvoorbeeld de invoering van CGO. Het internet geeft crowds de wendbaarheid en snelheid van teams.
Wat ik tenslotte mis in het bericht van Polle is de wijze waarop Dave Pollard de ‘theorie’ over de Wisdom of Crowds in een model heeft geplaatst (TAPPING THE WISDOM OF CROWDS: AN INTEGRATED MODEL). Een uitwerking die verder gaat dan de paar voorwaarden van de ReadWriteWeb.
Tapping into the Wisdom of Crowds with a disciplined process will reduce or eliminate the need for (and cost of) ‘expert’ consultants, academics and focus groups, while producing better decisions and solutions than those experts can offer.