Archive for december, 2007

Titanenstrijd tussen Microsoft en Google kwestie van filosofie en bedrijfsmodel

woensdag, december 19th, 2007

In een interessant artikel in de NYT “Google gets ready to rumble with Microsoft” wordt beschreven hoe twee giganten in de software-industrie op termijn een strijd op leven en dood zullen gaan voeren. En dan heb ik het in het bijzonder over de applicaties waar we als eindgebruikers het meest mee werken: de office tools.

The fundamental Google model is to try to change all the rules of the software world,” says David B. Yoffie, a professor at the Harvard Business School. If Google succeeds, Mr. Yoffie says, “a lot of the value that Microsoft provides today is potentially obsolete.

De vraag wie deze strijd gaat winnen (“If Google succeeds …”) zal worden beantwoord door de gebruiker. En dat is niet nieuw want het waren dezelfde gebruikers die op enig moment massaal overstapten van Dos op Windows en van  Wordperfect op Microsoft Office. 

Waarin zit nu vooral het grote verschil, met andere woorden waardoor (door welk “value”) zullen de gebruikers zich laten verleiden. Het verschil zit op termijn niet zozeer in de functionaliteit. De officetools (Microsoft Office; Google Docs; Zoho; Thinkfree) doen en kunnen veelal hetzelfde en lijken qua interface ook allemaal sterk op elkaar (zie dit bericht van Sanne Roemen bij lifehacking.nl). Die sterke gebruikersafhankelijkheid was bijvoorbeeld nog niet zo lang geleden voor de Google ontwikkelaars de aanleiding om Google Docs-gebruikers een meer vertrouwde mappenstructuur visueel voor te goochelen ter vervanging van het systeem van tagging.

Het verschil zit hem in de achterliggende filosofie en het gehanteerde bedrijfsmodel. Microsoft gaat (nog steeds) uit van het client-server model als het gaat om de office applicaties. Hoewel ‘Office live workspace’  daar als ‘online’-applicatie van Microsoft van af lijkt te wijken, bedriegt hier de schijn. ‘Ofice live workspace’ is in wezen een door Microsoft gehoste sharepoint-serveromgeving. Het gaat dus niet om webservices a la Google Docs. 

Google gaat uit van het verlenen van webservices ook wel aangeduid als Software as a Service (SaaS).

The cost of entry to the commercial software market has traditionally been very high because of the overhead of building a distribution and marketing infrastructure. When you can launch a product on the Internet and spread the word virally, the costs are much lower. That means more specialized companies can survive and thrive. (The disruptive economics of SaaS)

Volgens Eric Schmidt, Google’s CEO, zullen op termijn 90% van de elektronische (bureau)taken in een online-omgeving plaatsvinden. Voor zware taken op het terrein van tekstverwerken en rekenwerk zullen gebruikers wel blijven terugvallen op de Microsoftproducten. Maar nogmaals, als dat slechts 10% van de taken zou betreffen, gaat Microsoft een groot stuk markt verliezen.

Het bedrijfsmodel van Google is ook meer bij de tijd in de zin dat men van gebruikers geen licentiekosten vraagt. Het licentiemodel heeft Microsoft gouden bergen opgeleverd, maar de tijd van het snelle geld lijkt zo langzamerhand voorbij als het gaat om software. Google hanteert het model waarbij niet voor de basisfunctionaliteit betaald hoeft te worden. De inkomsten in dit bedrijfsmodel komen vooral uit reclame en support. De besparingen zitten onder andere in een ander distributiemodel.

Het eens zo machtige Microsoft lijkt het kunstje niet opniew te lukken nadat het jaren terug in de beroemde browseroorlog in korte tijd Netscape wegvaagde. Daarvoor is het domweg te laat en gaat het om meer dan een product. Het gaat om een filosofie en bedrijfsmodel. En als dat diep en onvervreemdbaar in de genen van een dergelijk groot bedrijf zit, kun je aan allerlei vormen van disruptive technology of disruptive economics ten onder gaan. 

Veertig procent niet of amper betrokken bij werkgever

zaterdag, december 8th, 2007

“Van de Nederlandse werknemers voelt 40% zich niet of nauwelijks betrokken bij de organisatie waarvoor men werkzaam is. Daarnaast denkt 64% erover om de huidige werkgever te verlaten. Bij zeer betrokken werknemers ligt dit percentage weliswaar lager, 44%, maar is het getal nog altijd hoog. Vervelender voor werkgevers is misschien nog wel dat van de volledig niet betrokken werknemers 46% niet actief uitkijkt naar een andere baan.”  

Het is volgens Boonstra (2000) en ook Van den Berg en Vandenberghe (1999) de betrokkenheid van medewerkers die medebepalend is voor het slagen van vernieuwingen. Als bovenstaande gegevens ook van toepassing zijn op het onderwijs kun je spreken van een fors probleem.

Hoe je die gewenste betrokkenheid bevordert, is een tweede.

Onderzoek van Annemarieke Hoekstra laat zien dat naast betrokkenheid ook persoonlijke vrijheid en een lerende houding van belang zijn. De lerende houding dient zich onder andere te uiten in meer samenwerking met collega-docenten om te komen tot gezamenlijke inzichten over het leren van tegenwoordig en de passende aanpak. Zie daarover ook dit korte bericht van Wilfred Rubens.

Veertig procent niet of amper betrokken bij werkgever